Boomkortechniek
De boomkortechniek is de oudste en meest traditionele techniek van vissen. Het is een actieve vismethode waarbij platvis opgeschrikt wordt van de bodem en zo in de sleepnetten terecht komt.
Bij de traditionele boomkorvisserij hangt zowel aan de bakboord- als aan de stuurboordkant van de kotter een net in het water aan gieken. Er wordt dus met twee netten tegelijk gevist. Tijdens het vissen staan de twee gieken vrijwel horizontaal boven het water. Ieder visnet is met een vislijn vastgemaakt aan de giek en wordt opengehouden door een boom. Aan de uiteinden van de buis zitten sloffen. Achter de buis hangt een kuilvormig net. Een kotter sleept twee van deze korren over de zeebodem. Op het wad en in de kustwateren wordt de boomkor gebruikt voor de vangst van garnalen. Voor de vangst van platvis worden de korren voorzien van zware kettingen die over de zeebodem schrapen.
Flyshoottechniek
Flyshoot is een visserijtechniek die zijn oorsprong kent in Denemarken en Schotland. In Schotland heeft men de Deense methode aangepast en gemoderniseerd.
Een flyshooter vist achter het schip met lijnen, ofwel zegentouwen, met daaraan een net. Tijdens het vissen worden de zegentouwen met het net naar het schip gehaald. De zegentouwen rollen over de bodem en veroorzaken stofwolken die de vissen opschrikken en ervoor zorgen dat ze voor de touwen blijven uitzwemmen. De sterke en grote vissen blijven voor de zegentouwen uitzwemmen en worden bij het naderen van het schip en het halen samengedreven naar de netopening.
Flyshooten is alleen effectief bij voldoende daglicht. Bij voldoende daglicht kunnen de vissen de zegentouwen zien. Flyshooters vissen dus alleen overdag. De flyshoot-visserij gaat het beste in vlakke, zanderige zeegebieden zonder obstakels. Daarom wordt er veel gevist in Het Kanaal en in bepaalde delen van de Noordzee. De vistechniek is erg in opkomst doordat het een hele duurzame methode is. Bij de flyshootvisserij is sprake van een opvallende vermindering van het brandstofverbruik. De kwaliteit van de vis die in de flyshootvisserij wordt gevangen, is opvallend goed doordat er zeer weinig grondvuil wordt meegevangen, waardoor de vis wordt beschadigd kan worden. Anderzijds beweegt het net zich zeer langzaam door het water en verblijft de vis maar kort in het net. De meeste vis komt pas in het net tijdens de laatste fase van de trek.
Pulstechniek
Platvis (waaronder schol en tong) zit vaak in de zeebodem verstopt. De pulskor is een vistuig dat met elektrische pulsjes (stroomstootjes van max. 15 Volt) de vissen uit de bodem doet opschrikken waardoor deze in het net zwemmen.
De pulstechniek verving hiermee de traditionele ‘wekkers’ (kettingen) van de Boomkor die over de bodem slepen. De pulstuigen zijn veel lichter en zorgen voor veel minder bodemberoering. Hierdoor is het brandstofverbruik bij vissen met de pulskor 20 tot 40% lager dan bij gebruik van wekkerkettingen. De vis wordt door de stroomstootjes niet gedood of verdoofd, maar alleen opgeschrikt. Andere voordelen zijn geringe(ongewenste) bijvangst en een grotere opbrengst.
De innovatieve pulskor is, zoals in alle media uitvoerig aan de orde kwam, na een veelbelovende introductie door de Nederlandse vloot, niet langer toegestaan. Ondanks de verduurzaming, ondersteund door wetenschappelijke adviezen, heeft het Europees Parlement verdere toepassing een halt toegeroepen.
De kottersector is inmiddels volop aan het testen met nieuwe alternatieven, onder meer met gebruikmaking van luchtdruk als ook met gebruikmaking van waterdruk. Nieuwe innovaties vragen evenwel tijd voor ontwikkeling en testen.